Als christenen verlangen we er naar het goede te doen. Toch?
Maar hoe hard we ons best ook doen,
Soms gaat het toch weer mis.
Hebben we toch weer te fel gereageerd.
Ons zitten volproppen.
Onze tijd al scrollend verspild.
Of zijn onze gedachten verre dan liefelijk.
Soms ziet ons leven er aan de buitenkant nog best goed uit. Maar hoe zit het vanbinnen? Wat is ons motief voor wat we (niet) doen en zeggen?
Worden we gedreven door de kracht van genade?
Of door een eis die we met wilskracht vervullen?
Als het leven wel ‘lekker’ loopt is het vaak makkelijker om te doen wat ‘goed’ is.
Maar als het moeilijk wordt,
als onze ‘eigen-ik’ geraakt wordt,
als iets ons pijn doet,
we ons achtergesteld voelen,
het niet gaat zoals wij willen,
we onrustig zijn…
Dan kan er zomaar ander gedrag naar boven komen. En gedachten die niet tot Gods eer zijn.
Wat een genade als God ons zover brengt dat we gaan zien wat er in ons hart leeft. Dat we soms hard bezig zijn om zelf vruchten op onze boom te plakken. Maar wel vruchten die vallen wanneer er storm of hitte komt. Omdat ze niet vanuit de juiste bron komen.
Zoiets is confronterend. Pijnlijk. Tegelijk genade!
God laat ons zien;
Niet werken vóór God.
Niet aan anderen laten zien hoe goed we wel niet zijn.
Niet wettisch goed-doen.
Geen voor-wat-hoort-wat.
Maar vrucht dragen vanuit dé Bron.
Leven vanuit Zijn genade.
In vrijheid.
Zijn in de dingen van onze hemelse Vader.
Toegewijd aan Christus.
Als een boom, geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd (Ps.1)
Daarom moeten we in alles bij Jezus zijn! Hij is de stroom van levend Water. Het Brood des Levens. Laten we in alles steeds bij Hem beginnen. Ons laten vullen door Zijn Geest. Hij verandert ons van binnenuit. En laat de vruchten in ons leven groeien.